vrijdag 31 januari 2014

Medicijnen voor de rijken?

Je hoort het overal. De goede medicijnen zijn alleen voor de rijken. Ik lees er nieuwsberichten over (op internetsites, waarvan je nooit zeker weet of ze te vertrouwen zijn) en je ziet het in films en series.
Kan dit echt zo zijn? Ik geloof het niet, of wil het niet geloven. Aan de ene kant zijn er mensen die veel geld willen verdienen en aan de andere kant hebben mensen toch een goed hart? Toch?
Het kan toch niet mogelijk zijn dat mensen een medicijn geheim houden zodat ze er meer geld aan kunnen verdienen? Het gaat hier om levens. Het gaat hier om vaders, om moeders, om kinderen. Het gaat hier om mensen waarvan gehouden wordt. 

Ik kan en wil niet geloven dat ik mijn vader niet had hoeven te verliezen, omdat hij niet winstgevend genoeg zou zijn!

Leven wij nou echt in een maatschappij waarin geld nog het enige is dat telt? Ik hoop het niet. Ik hoop oprecht dat als er een medicijn is voor kanker, en andere ziektes, dat dit ook wordt geleverd aan iedereen. Wij sturen toch ook medicijnen naar Afrika? Dat lijkt mij niet winstgevend, en toch doen we dat.

Ik kan en wil niet geloven dat kinderen die nog niet eens hun tiende levensjaar hebben bereikt sterven, omdat ze niet winstgevend genoeg zijn!

Worden medicijnen uitgevonden om ziektes te genezen, of om geld mee te verdienen? Het is vraag die rond en rond gaat. Als ik kijk naar mijn broertje, een diabetespatiënt, zie ik dat hij van alles en nog wat nodig heeft. Dit alles kan hij verzekerd krijgen, dan kost het ons geen geld (Ja, de verzekering kost geld, maar die is te betalen. Alle benodigdheden voor hem niet). Er zijn ook luxere uitvoering, deze worden niet altijd gedekt en dat is niet erg. De luxere uitvoering van een insulinepomp is wellicht iets makkelijker in gebruik, of net iets mooier, of misschien iets handiger, maar doet uiteindelijk precies hetzelfde. 

Ik kan en wil niet geloven dat mensen sterven, omdat ze niet winstgevend genoeg zijn!

Is het waar dat er een medicijn tegen kanker is, dat niet mag worden gereproduceerd op goedkopere wijze vanwege patent? Zodat de grote mannen die dit medicijn op de markt brengen er tonnen aan kunnen verdienen? Keer op keer zie ik de artikelen op facebook voorbij komen. Laat het alsjeblieft niet waar zijn. Waar is de menselijkheid gebleven?

Ik voel me soms zo klein op deze wereld. Zo onwetend.


woensdag 29 januari 2014

Dood of leven?

In de wonderlijke wereld van het schrijven leef je meerdere levens, althans dat is wat ze zeggen.
Laat ik het daar nou net het compleet mee eens zijn. Het is niet alleen alsof ik meerdere levens leef, het is ook dat ik personages leer kennen. Ik met ze meeleef en daarbij, misschien nog wel het ergste, om hun dood rouw. Ik rouw om personages die ik zelf heb verzonnen, en mede om die reden laat ik de meesten soms toch leven.
Nu speelt bij mij de vraag 'Dood of leven?' wanneer ik schrijf heel vaak. Laat ik nu eens naar andere boeken kijken opzoek naar het antwoord op deze levensvraag...

Aan de ene kant lees ik boeken waarbij al mijn favoriete (en gehate) personages één voor één de dood in zie verdwijnen. Aan de andere kant lees ik boeken waarbij alle personages die geliefd zijn overleven.
Hoewel ik zou willen dat alle geliefde personages een oneindig leven zouden kunnen leiden, is dat niet realistisch. Als ik kijk naar Game of Thrones, een boek dat ik met liefde lees, gaan vele (geliefde) personages dood. Dit is toch veel realistischer? Maar het doet me wel zo nu en dan pijn, en soms gaat er zelfs iemand dood waardoor ik het boek bijna wil wegleggen! (En nee, natuurlijk doe ik dat niet).
In Harry Potter blijft de hoofdpersoon dan wel leven, maar ook daar vallen doden. Heftig doden. (Spoiler alert) bij Hedwig moest ik bijna huilen en bij Perkamentus is dat J.K. Rowling ook gelukt. Als we dan kijken naar de Hunger Games sterven ook vele personages. Personages die niet uitmaken en personages waarvan ik echt treur.
Aan de andere kant heb je boeken als Eragon, waarbij de levens van de hoofdpersonen grotendeels worden gespaard. Ik vond dat boek ook goed. Dus het is niet nodig dat er mensen dood gaan. Zo heb ik ook het boek Wolvenmeisje gelezen, waarbij (hoewel vele sterven) toch mijn favorieten blijven leven en ook bij Drakenpad, Windhaven en de Schaduwland boeken blijven de meeste in leven.
Er zijn natuurlijk ook slachtingsboeken, waarbij het grootste deel van de (gehate en geliefde) personages sterft. Zoals bijvoorbeeld Hex (en deels ook Game of Thrones). En ook dit boek vind ik weer super goed, hoewel ik het natuurlijk erg vind dat sommige geliefde personages sterven.

En zo heb je natuurlijk heel veel personages die op sterven liggen, of gezocht worden of bijna vermoord worden, maar het (gelukkig) overleven. Of zelf soms dood gaan, maar daaruit ontsnappen!

Tot nu toe heb ik alleen fantasy boeken gehad. Al is dat ook waar voornamelijk de doden vallen. In het boek Huid en Haar (fictie) vallen bijvoorbeeld geen doden. Nee, daar worden personages neer gezet die een leven leiden waar ik kriebels bij krijg. Die dingen meemaken die ik hoop niet mee te maken en zo is er bijvoorbeeld (naar mijn idee) sociale moord. Dan leef je door... maar hoe?
In het boek Sterf voor mij (fictie) wordt er gemarteld en sterven er mensen. In de Dan Brown boeken heb je moord en martelen maar de hoofdpersonages ontsnappen de dodelijke dans keer op keer op het nippertje. En zo gaat de lijst door en door en door...




Mijn conclusie: Het maakt geen f*ck uit ;) Het maakt uit wat voor'n boek het is en hoewel het onrealistisch is om iedereen in leven te laten, vind ik het zelf als lezer niet heel erg als dit gebeurd. Dus, wat ik ook doe in mijn verhalen. Het maakt niet uit, ik moet gewoon een keer de motivatie vinden om een boek te schrijven en te herherherherherschrijven!

dinsdag 28 januari 2014

Welkom in Amsterdam

Sinds mijn aankomst in Amsterdam zijn mij een aantal dingen opgevallen. Dingen die ik op andere woonplekken eigenlijk nooit zo ervaren heb en als ze er al waren, dan was het een stuk minder.
Ten eerste is er een overschot aan zingende auto's. Van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat lijkt de stad geen moment vrij te zijn van sirenes. Als het geen politieauto of een ambulance is die langs scheert, dan is het wel het alarm van één van de geparkeerde auto's die zijn lied voor mij zingt. Maar het kan ook de auto zijn, waarin een half dove automobilist zit, die zijn muziek zo hard zet dat hij vijf straten verderop nog duidelijk hoorbaar is. Of je hebt de bassliefhebber en natuurlijk heb je de toeters. - TOET! - TOETTOETTOET! - 'Hé! Hé jij daar!' - TOETTOET! -  

Ten tweede is het hier druk. Niet een beetje druk, nee, écht druk. Het is niet dat ik dat erg vind, ik vind het gewoon fascinerend. Probeer jij maar eens vanaf het Leidseplein naar de Kalverstraat te lopen zonder ook maar één keer tegen iemand op te botsen of bijna aangereden te worden door een tram. Vooral de toeristen vind ik leuk - ze blijven plots staan, maken van alles foto's (en de Aziaten het liefst met mij, of met een blonde vriendin). Behalve als ze op een fiets zitten, natuurlijk -  de één kan zijn rem niet vinden, de ander weet niet dat hij ook in een rechte lijn zou kunnen rijden, de ander snapt het verschil tussen een rood of groen stoplicht niet en weer een ander weet niet van het bestaan van fietspaden af (en rijdt dus óf midden op straat óf midden op de stoep). 

Ten derde het Vondelpark. Dit is echt een hemelse plek. Met honderden joggers, die mij herinneren aan dat ik dat ook al weer te lang niet heb gedaan, en prachtige groene vogels, die van boom tot boom vliegen en de andere vogels verjagen. Ik vind het heerlijk om bij de grote vijver in alle rust de eendjes te voeren. Het Vondelpark lijkt geen deel uit te maken van Amsterdam en toch ook juist weer wel. 

Ten vierde... ach, wie houd ik voor de gek? Er zijn honderden dingen die ik kan opnoemen. Het zou onrealistisch zijn om na die paar maanden al een hele lijst samen te stellen. Daarbij weet ik zeker dat er al honderden lijsten zijn. 

Wel heb ik één nieuwe eigenschap van mijzelf geleerd (of ontwikkeld) en dat is dat ik het fijn vind om door de regen te lopen. Alleen. Begeleid door het tikken van de regen op mijn paraplu. Ik houd hem met mijn beide handen vast, vlak onder mijn borst, en rust met mijn hoofd op zijn steel. Zo loop ik dan, door de normaal zo drukke straten en ervaar de schone rust van de rouwende wolken.
In een wereld die nooit stil staat vind ik de rust verhelderend. Ik houd van het drukke Amsterdam, maar zijn tegenpool heb ik net zo zeer lief.