zaterdag 24 januari 2015

De natuur leeft! De natuur leeft?

Tussen Nederland en Turkije zit zo'n drie à vier uur vliegen land in. En ik had het geluk deze toch op een heldere, zonnige dag te mogen maken.
Mijn broertje zat bij het raam en vanaf het opstijgen hing ik over hem heen om het beste uitzicht te krijgen. Om die reden ruilden we al snel van plaats. Ik keek naar buiten en bleef kijken.
De wereld is zo verdomde mooi.
Ik zag bergen vol bomen, velden en eeuwige sneeuw. Even stokt mijn adem bij de aanblik van een berg, hoger dan de andere, omringt door wolken. Hij was zo machtig en statig dat het even duurde voordat ik überhaupt mijn blik van de berg kon afwenden om mijn broertje - opnieuw - te roepen om uit het raam te kijken.
O,. Ik zag huisjes, dorpen en steden. Wegen en akkers. Bossen en meren. En ik zag een rivier, die oneindig lang eigenwijs door het landschap krulde. Bocht na bocht, krulling na krulling, liet hij precies het verschil tussen de natuur en de mens zien. De natuur doet lekker wat hij wilt, denkt totaal niet na wat de snelste plek is om van A naar B te komen. Zo anders dan de autowegen die over het land liepen.
Ik voelde van alles. Ik voelde me rustig, verwonderd en zelfs volmaakt. Daar, starend naar de aarde onder mij, overviel mij een gedachte die mij later vervreemde. Ik dacht daar: 'Als ik nu sterf, dan vind ik dat goed.' Zo gelukkig maakte de natuur mij. Ik wilde de oneindige, eigenwijze rivier zijn. Ik wilde het leven zijn.
Ik had het bewijs: De wereld is wonderbaarlijk en de natuur overleeft.



Laten we geen oorlog maken, geen ruzie, geen onenigheid. Laten we gewoon gezamenlijk kijken naar onze prachtige wereld!


Terug naar Nederland greep ik in de lucht opnieuw naar mijn pen en papier:

Op de terugweg zit ik opnieuw uit het raam te staren. Ditmaal geëmotioneerd door de pracht van de vallende nacht. Eerst is de hemel gehuld in roze en oranje tinten, waarna haar licht langzaam dooft. Op dat moment worden beneden de lichten ontstoken en kijk ik naar stralende dorpjes omringd door de duisternis; de natuur.
En terwijl de wereld onder mij zijn pracht toont pak ik pen en papier. En zodra ik weer uit het raam kijk is het uitzicht veranderd. Ik zie een dikke wolkenlaag, gevormd vanuit drie dikke hoge buizen. Waar de eigenwijze rivier van de heenweg en de uitgestrekte duisternis van vandaag mij lieten geloven dat de natuur eeuwig zou voortbestaan, maakt dit beeld die hoop kapot.
De mens eigent zich alles toe en leeft zonder na te denken over de toekomst, de natuur en de dieren. De wereld is niet van ons, hoewel we hem zo wel gebruiken - misbruiken - opbruiken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten